Het werk in mei zit vooral in het wieden van ongewenste zaailingen. Verder leid ik de klimmers, vooral de wildebras Hop. Veel soorten top ik nog voor de bloei om steviger planten te krijgen, zoals de Phlox, Sedum en Nepeta sibirica. Tenslotte plaats ik in mei veel steunringen. Voor het steunen van de Baptisia, Helenium en Sanguisorba tenuifolia heb ik door een smid roosters op lange pennen laten maken. Die werken perfect en je ziet ze na mei al niet meer staan.
Blikvangers zijn nu:
- Allium christophii met spectaculaire paarse bollen
- Vuurwerkplant, op wiens roze bloemkaarsen ik na aanplant nog drie jaren moest wachten
- Amandelwolfsmelk. Hun groengele schermen contrasteren met diepblauwe Akeleien en Veldsalie
- Bieslook, doodgewoon maar o zo prachtig
- Zonneroosjes. Op het warme zand bloeien zij uitbundig
- de nog gave bladeren in al hun variaties en combinaties
Geen opmerkingen:
Een reactie posten